Het Urantia Boek online

Vorige | Volgende | Inhoud

© 1997 Urantia Foundation. Alle rechten voorbehouden.


HET URANTIA BOEK


PAPER 45

HET BESTUUR VAN HET PLAATSELIJK STELSEL

HET bestuurscentrum van Satania bestaat uit een cluster architectonische werelden, zevenenvijftig in getal – Jerusem zelf, de zeven grote satellieten en de negenenveertig subsatellieten. Jerusem, de hoofdwereld van het stelsel, is bijna honderd maal zo groot als Urantia, ofschoon haar zwaartekracht iets minder is. De grote satellieten van Jerusem zijn de zeven overgangswerelden, elk ongeveer tien maal zo groot als Urantia, terwijl de zeven subsatellieten van deze overgangswerelden ongeveer even groot zijn als Urantia.

      De zeven woningwerelden zijn de zeven subsatellieten van overgangswereld nummer één.

      Dit gehele stelsel van zevenenvijftig architectonische werelden wordt apart verlicht, verwarmd en van water en energie voorzien door de coördinatie van het Krachtcentrum van Satania en de Meester-Fysische Controleurs, waarbij dezen de vaste techniek volgen om deze speciaal geschapen werelden fysisch te organiseren en in te richten. Ook deze werelden worden in materiële zin verzorgd en anderszins onderhouden door de inheemse spornagia.

1. DE WERELDEN VAN DE OVERGANGSCULTUUR

      De zeven grote werelden die rond Jerusem wentelen, staan algemeen bekend als de werelden van de overgangscultuur. De heersers over deze werelden worden van tijd tot tijd aangewezen door de hoogste uitvoerende raad op Jerusem. Deze werelden hebben de volgende nummers en namen:

      Nummer 1. De Wereld van de Volkomenen. Dit is het hoofdkwartier van het volkomenen-korps van het plaatselijk stelsel en wordt omringd door de ontvangstwerelden, de zeven woningwerelden, die geheel en al gewijd zijn aan het plan voor de opklimming van stervelingen. De wereld der volkomenen is toegankelijk voor de inwoners van alle zeven woningwerelden. Transport-serafijnen dragen opklimmende persoonlijkheden heen en terug op deze pelgrimages, die ten doel hebben hun geloof in de uiteindelijke bestemming van overgangsstervelingen te voeden. Ofschoon de volkomenen en hun bouwwerken gewoonlijk niet zichtbaar zijn voor morontia-ogen, zult ge diep geroerd worden wanneer de energie-tranformators en de Morontia Krachtsupervisoren u van tijd tot tijd in staat stellen een kortstondige glimp op te vangen van deze hoge geest-persoonlijkheden die de opklimming naar het Paradijs daadwerkelijk hebben volbracht en zijn teruggekeerd naar de werelden waar gij juist aan deze lange reis begint, als belofte van zekerheid dat ge deze ontzaglijke onderneming moogt en kunt voltooien. Allen die op de woningwerelden verblijven, gaan ten minste eens per jaar naar de wereld der volkomenen om deze bijeenkomsten waar volkomenen zichtbaar worden gemaakt, bij te wonen.

      Nummer 2. De Morontia-wereld. Deze planeet is het hoofdkwartier van de supervisoren van het morontia-leven en wordt omringd door de zeven werelden waar de morontia-leiders hun metgezellen en helpers, zowel morontia-wezens als opklimmende stervelingen, opleiden.

      Bij uw reis langs de zeven woningwerelden, zult ge ook deze culturele, sociale werelden van toenemend morontia-contact doorlopen. Wanneer ge van de eerste woningwereld overgaat naar de tweede, zult ge in aanmerking komen voor een bezoekerspas naar het overgangshoofdkwartier nummer twee, de morontia-wereld, en zo voort. En wanneer ge op één van deze zes culturele werelden zijt, moogt ge, op uitnodiging, elk van de zeven omringende werelden waar de daarmee verbonden groepsactiviteiten plaatsvinden, bezoeken en observeren.

      Nummer 3. De Engelenwereld. Dit is het hoofdkwartier van alle serafijnse heerscharen met werkzaamheden in het stelsel en wordt omringd door de zeven werelden waar engelen worden opgeleid en onderricht. Dit zijn de sociale werelden der serafijnen.

      Nummer 4. De Wereld der Superengelen. Deze wereld is het thuis in Satania van de Schitterende Avondsterren en een enorme menigte wezens van gelijke of bijna-gelijke orde. De zeven satellieten van deze wereld zijn toegewezen aan de zeven belangrijkste groeperingen van deze niet nader genoemde hemelse wezens.

      Nummer 5. De Wereld van de Zonen. Deze planeet is het hoofdkwartier van de goddelijke Zonen van alle orden, waaronder de schepsel-getrinitiseerde zonen. De omringende zeven werelden zijn gewijd aan bepaalde individuele groeperingen van deze zonen die elkaars goddelijke verwanten zijn.

      Nummer 6. De Wereld van de Geest. Deze wereld dient als de ontmoetingsplaats in het stelsel van de hoge persoonlijkheden van de Oneindige Geest. Haar zeven omringende satellieten zijn toegewezen aan individuele groeperingen van deze uiteenlopende orden. Maar op overgangswereld nummer zes is geen vertegenwoordiging van de Geest, en evenmin kan zulk een tegenwoordigheid worden waargenomen op de hoofdwerelden van de stelsels; de Goddelijke Hulp en Bijstand van Salvington is overal in Nebadon.

      Nummer 7. De Wereld van de Vader. Dit is de stille wereld van het stelsel. Deze wereld wordt door geen enkele groep wezens bewoond. De grote tempel van licht staat op een centrale plaats, maar daarbinnen is niemand te zien. Alle wezens van alle werelden uit het stelsel zijn welkom om hier te komen aanbidden.

      De zeven satellieten die de wereld van de Vader omringen, worden in de verschillende stelsels op uiteenlopende wijzen gebruikt. In Satania zijn zij thans in gebruik als detentie-werelden voor de groepen die geïnterneerd zijn sinds de opstand van Lucifer. De hoofdwereld van de constellatie, Edentia, heeft geen overeenkomstige gevangeniswerelden; de enkele serafijnen en cherubijnen die bij de opstand in Satania overliepen naar de rebellen, zijn reeds lang gedetineerd op deze isolatiewerelden van Jerusem.

      Wanneer ge op de zevende woningwereld verblijft, hebt ge toegang tot de zevende overgangswereld, de wereld van de Universele Vader, en zal u ook worden toegestaan de gevangeniswerelden van Satania, die deze planeet omringen, te bezoeken; hier zijn thans Lucifer en de meerderheid der persoonlijkheden die hem in zijn opstand tegen Michael volgden, gedetineerd. Dit droeve schouwspel is gedurende al deze laatste tijdperken te zien geweest, en zal dienst blijven doen als plechtige waarschuwing aan heel Nebadon, totdat de Ouden der Dagen recht zullen spreken over de zonde van Lucifer en zijn gevallen metgezellen die de redding die hen door Michael, hun universum-Vader, werd aangeboden, van de hand hebben gewezen.

2. DE SOEVEREIN VAN HET STELSEL

      Het hoofd der bewindslieden van een plaatselijk stelsel van bewoonde werelden is een primaire Lanonandek-Zoon, de Stelsel-Soeverein. In ons plaatselijk universum zijn aan deze soevereinen grote verantwoordelijkheden van uitvoerende macht, ongebruikelijke persoonlijke prerogatieven, toevertrouwd. Zelfs in Orvonton zijn niet alle universa zo georganiseerd dat de Stelsel-Soevereinen zulke ongewoon vèrgaande bevoegdheden kunnen uitoefenen dat zij naar persoonlijk goeddunken de zaken van het stelsel kunnen besturen. Maar in de gehele geschiedenis van Nebadon hebben deze niet gebonden bewindslieden slechts driemaal blijk gegeven van ontrouw. De Lucifer-opstand in het stelsel Satania was de laatste en uitgebreidste van deze drie.

      In Satania zijn, zelfs na deze rampzalige verstoring, absoluut geen veranderingen aangebracht in de bestuurstechniek van het stelsel. De huidige Stelsel-Soeverein bezit evenveel macht en oefent evenveel gezag uit als zijn onwaardige voorganger, met uitzondering van bepaalde zaken waarover de Constellatie-Vaders thans de supervisie hebben en die door de Ouden der Dagen nog niet volledig onder het gezag van Lanaforge, de opvolger van Lucifer, zijn teruggebracht.

      Het huidige hoofd van Satania is een minzame, briljante regeerder en een soeverein die de beproevingen van rebellie heeft doorstaan. Toen hij dienst deed als assistent Stelsel-Soeverein, bleef Lanaforge trouw aan Michael bij een eerdere verstoring in het universum Nebadon. Deze machtige, briljante Heer van Satania is een beproefd en ervaren bestuurder. Ten tijde van de tweede stelselrebellie in Nebadon, toen de Stelsel-Soeverein struikelde en tot duisternis verviel, greep Lanaforge, de eerste assistent van zijn dwalende chef, de teugels van de regering en beheerde hij de zaken van het stelsel zodanig, dat er betrekkelijk weinig persoonlijkheden verloren gingen, noch op de hoofdkwartierwerelden noch op de bewoonde planeten van dat onfortuinlijke stelsel. Lanaforge onderscheidt zich daardoor dat hij de enige primaire Lanonandek-Zoon in heel Nebadon was die loyaal bleef functioneren in dienst van Michael, terwijl zelfs zijn broeder, die met hoger gezag was bekleed en hoger in rang was, zijn plicht verzaakte. Lanaforge zal waarschijnlijk pas van Jerusem overgeplaatst worden wanneer alle gevolgen van de vroegere dwaasheid zijn overwonnen en de gevolgen van de rebellie uit Satania zijn weggenomen.

      Hoewel nog niet alle zaken van de geïsoleerde werelden van Satania onder zijn jurisdictie zijn teruggebracht, toont Lanaforge grote belangstelling voor het welzijn van die werelden en bezoekt hij Urantia dikwijls. Zoals ook in andere, normale stelsels is de Soeverein voorzitter van de stelselraad van wereldheersers, de Planetaire Vorsten en de residerende goeverneurs-generaal van de geïsoleerde werelden. Deze planetaire raad vergadert van tijd tot tijd op het hoofdkwartier van het stelsel – ‘Wanneer de Zonen Gods tezamen komen.’

      Eens per week, op Jerusem elke tien dagen, houdt de Soeverein een vertrouwelijke vergadering met één groep uit de verschillende orden van persoonlijkheden die hun domicilie hebben op de hoofdkwartierwereld. Dit zijn de verrukkelijk informele uren van Jerusem, en onvergetelijke gelegenheden. Op Jerusem bestaat er de grootst mogelijke broederschap tussen wezens van alle verschillende orden en tussen elk van deze groepen en de Soeverein van het Stelsel.

      Deze unieke bijeenkomsten vinden plaats op de glazen zee, de grote verzamelplaats van de hoofdwereld van het stelsel. Het zijn zuiver sociale en geestelijke ontmoetingen: er wordt nooit gesproken over iets dat met het bestuur van planeten of zelfs met het opklimmingsplan te maken heeft. Opklimmende stervelingen komen op deze uren alleen samen voor hun genoegen en om hun mede-Jerusemieten te ontmoeten. De groepen welke op deze wekelijks ontspanningsbijeenkomsten niet als gasten van de Soeverein worden ontvangen, ontmoeten elkaar op hun eigen hoofdkwartier.

3. DE REGERING VAN HET STELSEL

      Het hoofd der bewindslieden in een plaatselijk stelsel, de Stelsel-Soeverein, wordt altijd ondersteund door twee of drie Lanonandek-Zonen, die functioneren als zijn eerste en tweede assistent. Op dit ogenblik wordt het stelsel Satania echter bestuurd door een staf van zeven Lanonandeks:

      1. de Stelsel-Soeverein – Lanaforge, nummer 2.709 van de primaire orde, en opvolger van de afvallige Lucifer;

      2. de eerste assistent-Soeverein – Mansurotia, nummer 17.841 van de tertiaire Lanonandeks. Hij werd samen met Lanaforge naar Satania gezonden;

      3. de tweede assistent-Soeverein – Sadib, nummer 271.402 van de tertiaire orde. Sadib is ook met Lanaforge naar Satania gekomen;

      4. de bewaarder van het stelsel – Holdant, nummer 19 van het tertiaire korps, de bewaarder en beheerser van alle geïnterneerde geesten hoger dan de orde van sterfelijk bestaan. Holdant is eveneens met Lanaforge naar Satania gekomen;

      5. de registrator van het stelsel – Vilton, secretaris van het ministerie van Lanonandek in Satania, nummer 374 van de derde orde. Vilton was lid van de oorspronkelijke groep van Lanaforge;

      6. de bestuurder van de zaken der zelfschenking – Fortant, nummer 319.847 van de reserves van de secondaire Lanonandeks en tijdelijk bestuurder van alle universum-activiteiten die sinds Michaels zelfschenking op Urantia naar Jerusem zijn overgeplaatst. Fortant maakt reeds negentienhonderd jaar, Urantia-tijd, deel uit van de staf van Lanaforge;

      7. de hoge raadsman – Hanavard, nummer 67 van de primaire Lanonandek-Zonen en lid van het hoge korps van universum-raadslieden en coördinators. Hij functioneert als waarnemend voorzitter van de uitvoerende raad van Satania. Hanavard is de twaalfde van zijn orde die sinds de opstand van Lucifer op Jerusem in deze functie dienst doet.

      Deze uitvoerende groep van zeven Lanonandeks vormt het uitgebreide noodbestuur dat noodzakelijk werd door de dringende behoeften die door de opstand van Lucifer zijn ontstaan. Er bestaan slechts lagere rechtbanken op Jerusem aangezien het stelsel een bestuurlijke eenheid is, niet een eenheid van rechtspraak, maar het bestuur van de Lanonandeks wordt ondersteund door de uitvoerende raad van Jerusum, het hoogste raadgevende lichaam in Satania. Deze raad bestaat uit twaalf leden:

      1. Hanavard, de voorzittende Lanonandek;

      2. Lanaforge, de Soeverein van het Stelsel;

      3. Mansurotia, de eerste assistent-Soeverein;

      4. het hoofd van de Melchizedeks in Satania;

      5. de waarnemend leider van de Levendragers in Satania;

      6. het hoofd der volkomenen in Satania;

      7. de oorspronkelijke Adam in Satania, het superviserende hoofd der Materiële Zonen;

      8. de leider van de serafijnse heerscharen in Satania;

      9. het hoofd der fysische controleurs in Satania;

      10. de leider van de Morontia-Krachtsupervisoren van het stelsel;

      11. de waarnemend leider van de middenwezens in het stelsel.

      12. het waarnemend hoofd van het korps der opklimmende stervelingen.

      Deze raad kiest periodiek drie leden als vertegenwoordigers van het plaatselijk stelsel in de hoge raad op het hoofdkwartier van het universum, maar deze vertegenwoordiging is door opstand opgeschort. Satania heeft nu een waarnemer op het hoofdkwartier van het plaatselijk universum, maar sinds de zelfschenking van Michael heeft het stelsel de verkiezing van tien leden voor de wetgevende vergadering op Edentia weer ingesteld.

4. DE VIERENTWINTIG RAADSLIEDEN

      In het centrum van de zeven kringen op Jerusem waar de engelen wonen, ligt het hoofdkwartier van de adviserende raad van Urantia, bestaande uit de vierentwintig raadslieden. In de Openbaring van Johannes worden zij de vierentwintig ouderlingen genoemd: ‘en rond de troon waren vierentwintig zetels en op de zetels zag ik vierentwintig ouderlingen zitten, gekleed in witte gewaden.’ De troon in het midden van deze groep is de rechterstoel van de voorzittende aartsengel, de troon van het opstandingsappèl van barmhartigheid en gerechtigheid voor geheel Satania. Deze rechterstoel is altijd op Jerusem geweest, maar de vierentwintig zetels die eromheen staan, zijn daar pas negentienhonderd jaar geleden geplaatst, kort nadat Christus Michael was verhoogd tot de volle soevereiniteit over Nebadon. Deze vierentwintig raadslieden zijn zijn persoonlijke vertegenwoordigers op Jerusem: zij zijn gemachtigd om de Meester-Zoon te vertegenwoordigen in alle zaken aangaande de appèls van Satania, en in vele andere fasen van het plan voor de opklimming van stervelingen op de geïsoleerde werelden van het stelsel. Dit zijn de vertegenwoordigers die zijn aangewezen om de speciale verzoeken van Gabriël en de buitengewone opdrachten van Michael uit te voeren.

      De vierentwintig raadslieden zijn aangetrokken uit de acht rassen op Urantia, en de laatsten van deze groep werden verzameld ten tijde van het opstandingsappèl van Michael, negentienhonderd jaar geleden. Deze adviserende raad van Urantia bestaat uit de volgende leden:

      1. Onagar, het genie van het tijdperk vóór de Planetaire Vorst, die zijn metgezellen voorging in de aanbidding van ‘De Schenker van de Adem.’

      2. Mansant, de grote leraar op Urantia van het tijdperk na de Planetaire Vorst, die zijn metgezellen richtte op de verering van ‘Het Grote Licht.’

      3. Onamonalonton, een leider van de rode mensen uit het verre verleden, hij door wie dit ras van de aanbidding van vele goden tot de verering van ‘De Grote Geest’ werd gebracht.

      4. Orlandof, een vorst van de blauwe mensen, die dezen voorging in de erkenning van de goddelijkheid van de ‘De Allerhoogste Leider.’

      5. Porshunta, het orakel van het uitgestorven oranje ras, en de leider van dit volk in de aanbidding van ‘De Grote Leraar.’

      6. Singlanton, de eerste onder de gele mensen die zijn volk onderrichtte aangaande de ‘Ene Waarheid’ in plaats van vele waarheden, en hen voorging in de aanbidding daarvan. Duizenden jaren geleden wist de gele mens reeds van de ene God.

      7. Fantad, die de groene mensen verloste uit de duisternis, en hen voorging in de aanbidding van ‘De Ene Bron van Leven.’

      8. Orvonon, die de indigo rassen verlichtte en hen tot de voormalige dienst van ‘De God der Goden’ leidde.

      9. Adam, de planetaire vader van Urantia die in diskrediet raakte maar gerehabiliteerd is, een Materiële Zoon van God die werd gedegradeerd tot de gelijkenis van het sterfelijke vlees, maar die tot overleving kwam en vervolgens tot deze positie werd verhoogd bij decreet van Michael.

      10. Eva, de moeder van het violette ras van Urantia, die met haar gezel de straf van hun nalatigheid onderging, en ook met hem werd gerehabiliteerd en aangesteld om dienst te doen als lid van deze groep van tot overleving gekomen stervelingen.

      11. Henoch, de eerste sterveling op Urantia die met de Gedachtenrichter fuseerde tijdens zijn leven als sterveling in het vlees.

      12. Mozes, de bevrijder van een restant van het verdwenen violette ras, die de aanzet gaf tot de hernieuwde aanbidding van de Universele Vader onder de naam van ‘De God van Israel.’

      13. Elia, een overgebrachte ziel die schitterende geestelijke prestaties leverde in het tijdperk na de Materiële Zoon.

      14. Machiventa Melchizedek, de enige Zoon van deze orde die zich aan de rassen van Urantia heeft geschonken. Terwijl hij nog steeds tot de Melchizedeks behoort, is hij ‘voor immer een dienaar van de Meest Verhevenen’ geworden, waarbij hij voor eeuwig de opdracht heeft aanvaard dienst te doen als sterveling in opklimming, aangezien hij in de dagen van Abraham, in de gelijkenis van het sterfelijke vlees, te Salem op Urantia heeft vertoefd. Deze Melchizedek is onlangs uitgeroepen tot waarnemend Planetair Vorst van Urantia, met zijn hoofdkwartier op Jerusem en gezag om op te treden namens Michael, die feitelijk de Planetaire Vorst is van de wereld waar hij zijn laatste zelfschenking in menselijke gedaante heeft doorgemaakt. Desondanks staat Urantia nog steeds onder de supervisie van opeenvolgende residerende gouverneurs-generaal, leden van de raad van vierentwintig raadslieden.

      15. Johannes de Doper, de voorloper van Michaels zending op Urantia en in het vlees een verre neef van de Zoon des Mensen.

      16. 1-2-3 de Eerste, de aanvoerder van de getrouwe middenschepselen in de dienst van Gabriël ten tijde van het verraad van Caligastia, door Michael tot deze positie bevorderd spoedig nadat deze de onbeperkte soevereiniteit had verworven.

      Deze zorgvuldig gekozen persoonlijkheden zijn op Gabriëls verzoek voorlopig vrijgesteld van het regime van de opklimming en wij hebben geen idee hoe lang zij nog als raadslieden dienst zullen doen.

      De zetels met de nummers 17, 18, 19 en 20 zijn niet permanent bezet. Met de unanieme toestemming van de zestien permanente leden zijn ze slechts tijdelijk bezet, en worden ze opengehouden om later te kunnen worden toegewezen aan opklimmende stervelingen uit het huidige tijdperk op Urantia, het tijdperk na de zelfschenking-Zoon.

      De nummers 21, 22, 23 en 24 zijn eveneens tijdelijk bezet, en worden onderwijl in reserve gehouden voor de grote leraren van andere, latere tijdperken die ongetwijfeld op het huidige zullen volgen. Tijdvakken van de Magistraat-Zonen en Leraar-Zonen en de tijdperken van licht en leven zijn op Urantia te verwachten, ongeacht onverwachte visitaties van goddelijke Zonen, die al dan niet kunnen plaatsvinden.

5. DE MATERIËLE ZONEN

      De grote afdelingen van hemels leven, waartoe de verschillende orden goddelijke Zonen, hoge geesten, superengelen, engelen en middenschepselen moeten worden gerekend, hebben een eigen hoofdkwartier en immense eigen domeinen op Jerusem. Het centrale verblijf in deze prachtige sector is de hoofdtempel van de Materiële Zonen.

      Het domein van de Adams trekt alle nieuwkomers op Jerusem het sterkste aan. Het is een enorm gebied dat uit duizend centra bestaat, ofschoon elk gezin van Materiële Zonen en Dochters op een eigen landgoed woont tot de tijd dat de gezinsleden vertrekken om dienst te gaan doen op de evolutionaire werelden in de ruimte, of totdat zij de loopbaan van opklimming naar het Paradijs aanvangen.

      Deze Materiële Zonen zijn het hoogste type wezens met geslachtelijke voorplanting die op de opleidingswerelden in de evoluerende universa worden aangetroffen. En zij zijn werkelijk materieel; zelfs de Planetaire Adams en Eva’s zijn duidelijk zichtbaar voor de sterfelijke rassen op de bewoonde werelden. Deze Materiële Zonen zijn de laatste fysieke schakel in de keten van persoonlijkheden die van boven, van goddelijkheid en volmaaktheid, tot het mensdom en het materiële bestaan beneden reikt. Deze Zonen vormen voor de bewoonde werelden bemiddelaars tussen de onzichtbare Planetaire Vorst en de materiële schepselen van de gebieden, door en met wie wederzijds contact mogelijk is.

      Bij de laatste millennium-registratie op Salvington werden in Nebadon 161.432.840 Materiële Zonen en Dochters geteld met de status van burgers van de hoofdwerelden van de plaatselijke stelsels. Het aantal Materiële Zonen varieert in de verschillende stelsels, en hun aantal groeit voortdurend door natuurlijke voortplanting. Bij de uitoefening van hun voortplantingsfunctie worden zij niet geheel geleid door de persoonlijke verlangens van de persoonlijkheden die met elkaar in contact treden, maar ook door de hogere regerende lichamen en adviserende raden.

      Deze Materiële Zonen en Dochters zijn de permanente bewoners van Jerusem en de werelden die met haar zijn verbonden. Zij bewonen enorme landgoederen op Jerusem en nemen op ruime schaal deel in het plaatselijke beheer van de hoofdwereld, waarbij zij praktisch alle routinezaken besturen met de hulp van de middenwezens en de wezens in opgang.

      Op Jerusem is het deze zich voortplantende Zonen toegestaan te experimenteren met de idealen van zelfbestuur naar de trant van de Melchizedeks, en zij bereiken thans een zeer hoog type samenleving. De hogere orden van zoonschap behouden de vetorechten in dit gebied, maar in bijna ieder opzicht regeren de Adamieten op Jerusem zichzelf door middel van universeel kiesrecht en representatief bestuur. Zij hopen eens praktisch volledige autonomie te verkrijgen.

      Het karakter van de diensten die de Materiële Zonen verrichten, wordt grotendeels door hun leeftijd bepaald. Ofschoon zij niet in aanmerking kunnen komen voor toelating tot de Melchizedek-Universiteit van Salvington, aangezien zij materieel zijn en zich gewoonlijk slechts op bepaalde planeten mogen ophouden, onderhouden de Melchizedeks niettemin uitgebreide faculteiten van leraren op de hoofdkwartierwereld van ieder stelsel ten behoeve van het onderricht van de jongere generaties Materiële Zonen. De methoden van onderwijs en geestelijke opleiding voor de ontwikkeling der jongere Materiële Zonen en Dochters, vormen het toppunt van volmaaktheid qua omvang, techniek en bruikbaarheid.

6. DE ADAMISCHE OPLEIDING VAN WEZENS IN OPKLIMMING

      De Materiële Zonen en Dochters vormen samen met hun kinderen een innemend schouwspel dat altijd de nieuwsgierigheid opwekt en de aandacht van alle opklimmende stervelingen gevangen houdt. Zij lijken zozeer op uw eigen materiële geslachtelijke rassen, dat ge beiden veel gemeenschappelijks vindt om te overdenken en om u tijdens de perioden van broederlijk contact bezig te houden.

      Sterfelijke overlevenden brengen een groot deel van hun vrije tijd op de hoofdwereld van het stelsel door met de observatie en bestudering van de levensgewoonten en het gedrag van deze superieure semi-fysieke geslachtelijke schepselen, want deze burgers van Jerusem zijn de directe sponsors en mentoren van de sterfelijke overlevenden, van het tijdstip dat dezen het burgerschap op de hoofdkwartierwereld verwerven totdat zij vertrekken naar Edentia.

      Op de zeven woningwerelden krijgen opklimmende stervelingen ruimschoots gelegenheid alle experiëntiële ontberingen op de werelden van hun oorsprong te compenseren – of deze nu te wijten zijn aan erfelijkheid, aan hun omgeving, of de onfortuinlijke voortijdige beëindiging van de loopbaan in het vlees. Dit geldt in alle opzichten, behalve waar het het seksuele leven van stervelingen betreft en de aanpassingen waarmede dit gepaard gaat. Duizenden stervelingen bereiken de woningwerelden zonder bepaald hun voordeel te hebben gedaan met de vormen van discipline die kunnen worden opgebouwd door redelijk normale seksuele relaties op de werelden waar zij geboren zijn. De ervaring op de woningwerelden biedt maar weinig gelegenheid om deze zeer persoonlijke ontberingen te compenseren. Seksuele ervaring in de fysieke zin is voor deze opklimmende stervelingen voorbij, maar in nauw verband met de Materiële Zonen en Dochters, zowel individueel als als leden van hun gezinnen, worden deze seksueel deficiënte stervelingen in staat gesteld de sociale, intellectuele, emotionele en geestelijke aspecten van hun tekort te compenseren. Op deze wijze krijgen alle mensen die door de omstandigheden of door verkeerde inzichten de voordelen van nuttige seksuele omgang op de evolutionaire hebben moeten ontberen, hier op de hoofdwerelden van het stelsel de volle gelegenheid om deze essentiële ervaringen van stervelingen te verwerven in nauwe, liefdevolle omgang met de verheven Adamische geslachtelijke schepselen die permanent woonachtig zijn op de hoofdwerelden van het stelsel.

      Geen enkele overlevende sterveling, middenwezen of serafijn kan opklimmen naar het Paradijs, de Vader bereiken en opgenomen worden in het Korps der Volkomenheid, zonder de sublieme ervaring van het tot stand brengen van een ouder-verhouding met een evoluerend kind van de werelden, of een andere ervaring die hiermee analoog of van gelijke waarde is. De verhouding tussen kind en ouder ligt ten grondslag aan het wezenlijke begrip van de Universele Vader en zijn kinderen in het universum. Hieruit volgt dat dergelijke ervaring onontbeerlijk is voor de experiëntiële opleiding van alle opgaande wezens.

      De opklimmende middenwezens en de evolutionaire serafijnen moeten in vereniging met de Materiële Zonen en Dochters deze ervaring van ouderschap opdoen op het hoofdkwartier van het stelsel. Dergelijke zich niet voortplantende opklimmende wezens verwerven zo de ervaring van ouderschap door het helpen van de Adams en Eva’s op Jerusem bij het grootbrengen en opvoeden van hun nakomelingen.

      Alle sterfelijke overlevenden zonder ervaring van ouderschap op de evolutionaire werelden moeten eveneens deze noodzakelijke opleiding volgen ten huize van de Materiële Zonen op Jerusem, als ouderlijke metgezellen van deze voortreffelijke vaders en moeders. Dit geldt in alle gevallen, behalve waar dergelijke stervelingen in staat zijn geweest hun tekortkomingen te compenseren in het kinderhuis van het stelsel, die zich op de eerste overgangscultuurwereld van Jerusem bevindt.

      Dit proefkinderhuis van Satania staat onder leiding van bepaalde morontia-persoonlijkheden op de wereld der volkomenen, waar de helft van de planeet aan dit werk van kinderopvoeding is gewijd. Bepaalde kinderen van overlevende stervelingen, zoals de nakomelingen die op de evolutionaire werelden zijn gestorven voordat ze individuele geestelijke status hadden verworven, worden hier ontvangen en opnieuw samengesteld. De opklimming van één van zijn natuurlijke ouders garandeert dat aan zo’n sterfelijk kind van de gebieden repersonalisatie verleend zal worden op de volkomenen-planeet van het stelsel, en dat het daar door latere vrijwillige keuze zal mogen doen blijken of het al dan niet verkiest het ouderlijke pad van sterfelijke opklimming te volgen. Kinderen hebben hier het uiterlijk dat zij op hun geboortewereld hadden, behalve dat de geslachtelijke differentiatie ontbreekt. Na de levenservaring op de bewoonde werelden bestaat er geen voortplanting zoals bij sterve lingen.

      Studenten op de woningwerelden met één of meer kinderen in het proefkinderhuis op de wereld der volkomenen en een gebrek aan essentiële ouder-ervaring, kunnen om een Melchizedek-vergunning verzoeken, waardoor zij tijdelijk zullen worden overgeplaatst van hun opklimmingstaken op de woningwerelden naar de wereld der volkomenen, waar hun gelegenheid wordt geboden om als mede-ouders voor hun eigen en andere kinderen werkzaam te zijn. Dit dienstbetoon als ouder kan later op Jerusem erkend worden als de vervulling van de helft van de opleiding die zulke opklimmende wezens moeten ondergaan in de gezinnen van de Materiële Zonen en Dochters.

      Het proefkinderhuis zelf staat onder toezicht van duizend paren Materiële Zonen en Dochters, vrijwilligers uit de kolonie van deze orde op Jerusem. Hun naaste assistenten zijn een ongeveer even groot aantal groepen vrijwilligers bestaande uit midsoniete ouders, die hier hun reis onderbreken om deze diensten te verrichten, terwijl zij onderweg zijn van de midsoniete wereld in Satania naar hun niet-geopenbaarde bestemming op de speciale werelden die voor hen zijn gereserveerd onder de volkomenen-werelden van Salvington.

7. DE SCHOLEN DER MELCHIZEDEKS

      De Melchizedeks hebben de leiding over het grote korps leraren – gedeeltelijk vergeestelijkte wilsschepselen en anderen – die zulk welkom werk doen op Jerusem en de werelden die bij haar horen, maar vooral op de zeven woningwerelden. Dit zijn de detentie-planeten, waar de stervelingen die er tijdens hun leven in het vlees niet in slagen tot fusie te geraken met hun inwonende Richters, in tijdelijke gedaante worden gerehabiliteerd, zodat zij verder geholpen kunnen worden en langer de gelegenheid kunnen krijgen hun inspanningen om geestelijke verworvenheden voort te zetten, juist die inspanningen die door de dood voortijdig werden onderbroken. Ook indien deze zielsverworvenheden niet compleet zijn om andere redenen, zoals een erfelijke handicap, een ongunstige omgeving, of een tegenloop van omstandigheden, het doet er niet toe welke, zal iedereen die waarachtig in zijn bedoelingen is en waardig naar de geest, zich, als zichzelf, aantreffen op de planeten van de continuering; hier zal hij de hoofdzaken van de eeuwige loopbaan moeten leren beheersen, zich die eigenschappen moeten eigenmaken die hij gedurende het leven in het vlees niet heeft kunnen verwerven, of althans niet heeft verworven.

      De Schitterende Avondsterren (en hun niet genoemde soortgenoten) doen veelvuldig dienst als leraren in de verschillende onderwijsinstellingen in het universum, ook in de scholen die onder de verantwoordelijkheid van de Melchizedeks staan. De Leraar-Zonen van de Triniteit werken ook mee, en dragen iets van Paradijs-volmaaktheid bij aan deze progressieve opleidingsscholen. Deze activiteiten zijn echter niet alle uitsluitend gericht op de vooruitgang van opklimmende stervelingen; velen houden zich evenzeer bezig met de progressieve opleiding van de geest-persoonlijkheden die inheems zijn in Nebadon.

      De Melchizedek-Zonen hebben meer dan dertig verschillende onderwijscentra op Jerusem. Deze opleidingsscholen beginnen met de academie voor zelfevaluatie en eindigen met de scholen voor Jerusem-burgerschap, waar de Materiële Zonen en Dochters meewerken met de Melchizedeks en anderen, in de allerhoogste inspanning om de overlevende stervelingen te bekwamen om de hoge verantwoordelijkheden van representatief bestuur op zich te nemen. Het gehele universum wordt georganiseerd en bestuurd volgens het representatieve principe. Representatief bestuur is het goddelijke ideaal van zelfbestuur bij niet-volmaakte wezens.

      Iedere honderd jaar universum-tijd kiest ieder stelsel zijn tien vertegenwoordigers, die zitting nemen in de wetgevende vergadering van de constellatie. De uwe worden gekozen door de raad van duizend van Jerusem, een kiescollege dat belast is met de plicht om de groeperingen van het stelsel te vertegenwoordigen in alle zaken die op deze wijze aan hen worden gedelegeerd of toegewezen. Alle vertegenwoordigers of andere gedelegeerden worden gekozen door de raad der duizend kiesmannen, en moeten afgestudeerden zijn van de hoogste faculteit van de Melchizedek-Universiteit voor Bestuur, evenals al degenen die deel uitmaken van de groep der duizend kiesmannen. Deze faculteit wordt onderhouden door de Melchizedeks, sinds kort bijgestaan door de volkomenen.

      Er zijn vele kiescolleges op Jerusem, en zij worden van tijd tot tijd gekozen door drie orden burgers – de Materiële Zonen en Dochters, de serafijnen en hun metgezellen, waaronder middenwezens, en de opklimmende stervelingen. Om genomineerd te worden als kandidaat voor de eervolle post van vertegenwoordiger moet men de vereiste erkenning door de Melchizedek-scholen voor bestuur hebben verworven.

      Voor deze drie groepen burgers bestaat er universeel kiesrecht op Jerusem, maar de stemmen worden gedifferentieerd uitgebracht, overeenkomstig het erkende en naar behoren geregistreerde persoonlijke bezit aan mota – morontia-wijsheid. De stem die bij een verkiezing in Jerusem door een persoonlijkheid wordt uitgebracht, heeft een waarde variërend van één tot duizend. Burgers van Jerusem worden aldus geklassificeerd overeenkomstig de mota die zij hebben verworven.

      Burgers van Jerusem verschijnen van tijd tot tijd voor de Melchizedek-examinatoren, en dezen getuigen inzake de morontia-wijsheid die zij hebben bereikt. Daarop komen ze voor het examinatorenkorps van de Schitterende Avondsterren of de door hen aangestelden, die de mate van geest-inzicht vaststellen. Vervolgens verschijnen zij in de tegenwoordigheid van de vierentwintig raadslieden en hun metgezellen, die uitspraak doen aangaande hun status op het gebied van de experiëntiële verwerving van socialisatie. Deze drie factoren worden dan doorgegeven aan de burgerschapregistrators van het representatieve bestuur, die snel de mota-status berekenen en dienovereenkomstig stemrechtkwalificaties toekennen.

      Onder supervisie van de Melchizedeks komen de opklimmende stervelingen, vooral zij bij wie de persoonlijkheidsvereniging op de nieuwe morontia-niveaus traag verloopt, onder de hoede van de Materiële Zonen, bij wie zij een intensieve opleiding ontvangen die is ontworpen met het doel deze tekortkomingen recht te trekken. Geen enkele opklimmende sterveling verlaat het hoofdkwartier van het stelsel om de uitgebreidere en meer gevarieerde socialisatie-loopbaan in de constellatie aan te vangen, alvorens deze Materiële Zonen getuigen dat de mota-persoonlijkheid is bereikt – een individualiteit die het voltooide sterfelijk bestaan in een experiëntiële vereniging combineert met de ontluikende morontia-loopbaan, waarbij de twee naar behoren in elkaar overgaan door de geestelijke albeheersing van de Gedachtenrichter.

      [Aangeboden door een Melchizedek die tijdelijk op Urantia is aangesteld.] 


Vorige | Volgende | Inhoud

© 1997 Urantia Foundation. Alle rechten voorbehouden.

Scroll to Top