Het Urantia Boek online

Vorige | Volgende | Inhoud

© 1997 Urantia Foundation. Alle rechten voorbehouden.


HET URANTIA BOEK


PAPER 55

DE WERELDEN VAN LICHT EN LEVEN

HET tijdperk van licht en leven is het finale niveau van de evolutionaire ontwikkeling die een wereld in tijd en ruimte kan bereiken. Vanaf de vroege dagen van de primitieve mens heeft zulk een bewoonde wereld de opeenvolgende planetaire tijdperken doorgemaakt – de tijdperken vóór en na de Planetaire Vorst, het tijdperk na Adam, het tijdperk na de Magistraat-Zoon, en het tijdperk na de zelfschenking-Zoon. En vervolgens wordt zulk een wereld gereed gemaakt voor het toppunt van evolutionaire verworvenheid, de bestendigde status van licht en leven, door het dienstbetoon van de opeenvolgende planetaire missies van de Leraar-Zonen van de Triniteit met hun steeds meer omvattende openbaringen van goddelijke waarheid en kosmische wijsheid. Bij hun inspanningen om het laatste planetaire tijdperk in te stellen, worden de Leraar-Zonen altijd bijgestaan door de Schitterende Avondsterren, en soms ook door de Melchizedeks.

Deze era van licht en leven, die door de Leraar-Zonen wordt ingeluid bij de afsluiting van hun laatste planetaire missie, duurt onbepaald voort op de bewoonde werelden. Elk verder stadium van de bestendigde status kan door de gerechtelijke acties van de Magistraat-Zonen worden onderverdeeld in een serie dispensaties, maar al deze gerechtelijke acties zijn zuiver technisch en modificeren de loop der planetaire gebeurtenissen geenszins.

Alleen die planeten die zover komen dat zij in de hoofdcircuits van het superuniversum bestaan, zijn verzekerd van continue overleving, maar voorzover wij weten, zijn deze in licht en leven bestendigde werelden voorbestemd om altijd, in de eeuwige tijdperken van alle toekomstige tijd, door te gaan.

Er zijn zeven stadia in de ontvouwing van de era van licht en leven op een evolutionaire wereld; in dit verband moeten wij vermelden dat de werelden van de stervelingen die met de Geest fuseren, evolueren langs lijnen die identiek zijn aan die van de serie die met de Richter fuseert. Deze zeven stadia van licht en leven zijn de volgende:

1. het eerste of planetaire stadium;

2. het tweede of stelsel-stadium;

3. het derde of constellatie-stadium;

4. het vierde of plaatselijk universum-stadium;

5. het vijfde of kleine sector-stadium;

6. het zesde of grote sector-stadium;

7. het zevende of superuniversum-stadium.

Aan het slot van deze verhandeling worden deze stadia van voortschrijdende ontwikkeling beschreven voorzover zij verband houden met de organisatie van het universum, maar iedere wereld kan de planetaire waarden van ieder stadium bereiken, geheel onafhankelijk van de ontwikkeling van andere werelden of van de superplanetaire niveaus van universum-be stuur.

1. DE MORONTIA-TEMPEL

De aanwezigheid van een morontia-tempel in de hoofdstad van een bewoonde wereld is het bewijs dat zulk een wereld is toegelaten tot de bestendigde tijdperken van licht en leven. Voordat de Leraar-Zonen een wereld verlaten bij de afsluiting van hun laatste missie, inaugureren zij dit finale tijdperk dat door evolutie wordt bereikt: zij hebben de leiding op de dag dat ‘de heilige tempel op aarde neerdaalt.’ Deze gebeurtenis, die het teken is dat de dageraad van het tijdvak van licht en leven is aangebroken, wordt altijd vereerd met de persoonlijke aanwezigheid van de zelfschenking-Zoon van het Paradijs van de planeet, die deze grote dag komt bijwonen. Daar, in die tempel van onvergelijkelijke schoonheid, wordt de Lanonandek-Zoon die van oudsher Planetair Vorst is geweest, door deze zelfschenking-Zoon van het Paradijs uitgeroepen tot de nieuwe Planetaire Soeverein en wordt deze getrouwe Zoon bekleed met nieuwe volmachten en groter gezag over de planetaire zaken. De Stelsel-Soeverein is eveneens aanwezig en voert het woord ter bevestiging van deze verklaringen.

Een morontia-tempel bestaat uit drie delen. In het centrum bevindt zich het heiligdom van de zelfschenking-Zoon van het Paradijs. Rechts zetelt de vroegere Planetaire Vorst, thans de Planetaire Soeverein, en wanneer deze Lanonandek-Zoon in deze tempel aanwezig is, is hij zichtbaar voor de meer geestelijke individuen van dat gebied. Links zetelt het tijdelijke hoofd van de volkomenen die aan de planeet zijn verbonden.

Ofschoon er over de planetaire tempels is gesproken als ‘neerdalende uit de hemel,’ wordt er in werkelijkheid geen echt materiaal overgebracht uit het hoofdkwartier van het stelsel. De architectuur van elke tempel wordt in miniatuur uitgewerkt op de hoofdwereld van het stelsel, en wanneer deze plannen zijn goedgekeurd, brengen de Morontia-Krachtsupervisoren deze vervolgens naar de planeet. In samenwerking met de Meester-Fysische Controleurs wordt de morontia-tempel hier dan volgens het bestek door hen gebouwd.

De gemiddelde morontia-tempel biedt zitplaats aan ongeveer driehonderdduizend toeschouwers. Deze gebouwen worden niet gebruikt voor de eredienst, het spel, of voor de ontvangst van nieuwsberichten, maar zijn bestemd voor de speciale ceremoniën van de planeet, zoals communicaties met de Stelsel-Soeverein of met de Meest Verhevenen, speciale visualisatie-ceremonieën die zijn bedoeld om de persoonlijkheidstegenwoordigheid van geestwezens te onthullen, en voor stille kosmische contemplatie. De scholen voor kosmische filosofie houden hier hun offciële diploma-uitreikingen, en hier ontvangen de stervelingen van het gebied ook blijken van planetaire erkentelijkheid voor prestaties op het gebied van sociale dienstverlening op hoog niveau, en voor andere opmerkelijke vaardigheden die zij zich eigen hebben gemaakt.

Zulk een morontia-tempel doet tevens dienst als plaats waar men samenkomt om getuige te zijn van de translatie van levende stervelingen naar het morontia-bestaan. Omdat de translatie-tempel uit morontia-materiaal bestaat, wordt zij niet vernietigd door de laaiende glorie van het verterende vuur dat het fysische lichaam van de stervelingen die hierdoor hun finale fusie met hun goddelijke Richters ervaren, geheel vernietigt. Op een grote wereld zijn deze lichtflitsen van vertrek bijna voortdurend te zien, en naarmate het aantal translaties toeneemt, wordt er in verschillende streken van de planeet gezorgd voor aanvullende tempels van het morontia-leven. Kort geleden verbleef ik op een wereld in het verre noorden, waar vijfentwintig morontia-tempels in werking waren.

Op werelden die nog niet bestendigd zijn, planeten zonder morontia-tempels, vinden deze fusie-lichtflitsen vaak plaats in de atmosfeer van de planeet, waarheen het materiële lichaam van een kandidaat voor translatie wordt opgeheven door de middenschepselen en de fysische controleurs.

2. DOOD EN TRANSLATIE

De natuurlijke lichamelijke dood is geen onvermijdelijkheid voor stervelingen. De meerderheid der gevorderde evolutionaire wezens, burgers van werelden die existeren in de finale era van licht en leven, sterft niet; zij worden rechtstreeks van het leven in het vlees overgebracht naar het morontia-bestaan.

Deze ervaring van translatie van het materiële leven naar de morontia-staat – fusie van de onsterfelijke ziel met de inwonende Richter – neemt in frequentie toe in evenredigheid met de evolutionaire vooruitgang van de planeet. In het eerst bereiken slechts weinig stervelingen in ieder tijdperk translatie-niveaus van geestelijke vooruitgang, maar bij het begin van de opeenvolgende tijdperken van de Leraar-Zonen vinden er steeds meer fusies met de Richter plaats vóór de beëindiging van de steeds langere levens van deze voortschrijdende stervelingen. Tegen de tijd van de laatste missie van de Leraar-Zonen is ongeveer een kwart van deze verheven stervelingen vrijgesteld van de natuurlijke dood.

Later in de era van licht en leven voelen de middenschepselen of hun medewerkers dat de toestand van waarschijnlijke ziel-Richter vereniging nabij is, en geven zij dit te kennen aan de bestemmingsbehoeders; dezen delen deze zaken op hun beurt mede aan de groep volkomenen onder wier jurisdictie deze sterveling functioneert en vervolgens wordt zulk een sterveling door de Planetaire Soeverein opgeroepen om al zijn planetaire werkzaamheden neer te leggen, de wereld van zijn oorsprong vaarwel te zeggen en zich te begeven naar de binnenste tempel van de Planetaire Soeverein, om aldaar de morontia-overgang af te wachten, de translatieflits van het materiële domein der evolutie naar het morontia-niveau van voor-geestelijke voortgang.

Wanneer de familie, de vrienden en degenen met wie zulk een fusiekandidaat heeft samengewerkt, bijeen zijn in de morontia-tempel, worden zij opgesteld rond het centrale podium waarop de fusiekandidaten rusten en zich onderwijl vrijelijk onderhouden met hun verzamelde vrienden. Tussen het podium en de materiële stervelingen wordt een kring gevormd van interveniërende hemelse persoonlijkheden om de stervelingen te beschermen tegen de inwerking van de energieën die manifest worden op het ogenblik van de ‘levensflits’ waardoor de kandidaat voor de opklimming wordt verlost uit de banden van het materiële vlees, en waardoor voor zulk een evolutionaire sterveling alles wordt gedaan wat de natuurlijke dood doet voor degenen die hierdoor uit het vlees worden verlost.

Er kunnen vele fusiekandidaten terzelfdertijd in de ruime tempel worden verzameld. Het is een prachtige gebeurtenis wanneer stervelingen zo samenkomen om getuige te zijn van de opstijging van hun beminden in geestelijke vlammen, en een sterk contrast met de eerdere tijdperken, wanneer stervelingen hun doden nog moeten toevertrouwen aan de omhelzing van de aardse elementen! De taferelen van wenen en klagen die kenmerkend zijn voor de vroegere tijdvakken in de menselijke evolutie, worden nu vervangen door extatische vreugde en het verhevenste enthousiasme bij het voorlopige afscheid dat deze Godkennende stervelingen van hun beminden nemen, wanneer zij van hun materiële associaties worden weggenomen door het geestelijke vuur van verterende grootsheid en opstijgende glorie. Op werelden die bestendigd zijn in licht en leven zijn ‘uitvaarten’ gelegenheden van de allerhoogste vreugde, diepe voldoening en onuitsprekelijke hoop.

De zielen van deze voortschrijdende stervelingen worden in toenemende mate vervuld van geloof, hoop en zekerheid. De geest onder degenen die zich rondom het translatie-heiligdom verzamelen, lijkt op die waarin waarin vreugdevolle vrienden en familieleden bijeenkomen om de officiële diploma-uitreiking van een hunner bij te wonen, of om getuige te zijn als een van hen een belangrijke onderscheiding ontvangt. Het zou dan ook beslist nuttig zijn indien minder gevorderde stervelingen de natuurlijke dood met iets van dezelfde opgewektheid en vrolijkheid zouden kunnen leren zien.

Sterfelijke waarnemers kunnen na de fusieflits niets meer zien van hun overgebrachte metgezellen. Deze overgebrachte zielen worden door de Richters rechtstreeks getransporteerd naar de opstandingshal van de morontia-opleidingswereld die voor hen de juiste is. De verrichtingen die verband houden met de translatie van levende mensen naar de morontia-wereld staan onder toezicht van een aartsengel, die op zulk een wereld wordt aangesteld op de dag dat deze voor het eerst in licht en leven wordt bestendigd.

Tegen de tijd dat een wereld het vierde stadium van licht en leven bereikt, verlaat meer dan de helft der stervelingen de planeet door translatie vanuit het midden der levenden. Dit afnemen van de dood gaat steeds door, maar ik ken geen enkel stelsel waar de bewoonde werelden, zelfs indien zij reeds lang bestendigd zijn in leven, geheel vrij zijn van de natuurlijke dood als methode om te ontkomen aan de banden van het vlees. Totdat een dergelijk hoge staat van planetaire evolutie uniform wordt bereikt, moeten de morontia-opleidingswerelden van het plaatselijk universum dienst blijven doen als werelden voor het onderricht en de cultuur van de evoluerende morontia-voortgaanden. De eliminatie van de dood is in theorie mogelijk, maar heeft volgens mijn waarneming nog niet plaatsgevonden. Wellicht kan deze status bereikt worden in de successieve tijdvakken van het zevende stadium van bestendigd planetair leven, die nog ver in het verschiet liggen.

De zielen die worden overgebracht van de bestendigde werelden welke hun bloeitijd hebben bereikt, doorlopen de woningwerelden niet. Evenmin verblijven zij als studenten op de morontia-werelden van het stelsel of de constellatie. Zij maken geen enkele vroege fase van het morontia-leven door. Dit zijn de enige opklimmende stervelingen die de morontia-overgang van het materiële bestaan naar de status van half-geest aldus bijna geheel overslaan. Zulke door de Zoon gegrepen stervelingen doen hun eerste ervaring in de loopbaan der opklimming op in de diensten van de voortgangswerelden van het hoofdkwartier van het universum. Van deze studiewerelden van Salvington gaan zij vervolgens als leraren terug naar de werelden die zij hebben overgeslagen, om daarna binnenwaarts te gaan naar het Paradijs, volgens de vastgestelde route der sterfelijke opklimming.

Als ge in staat zoudt zijn een planeet te bezoeken die in een gevorderd stadium van ontwikkeling is, zoudt ge al snel de redenen begrijpen waarom de opklimmende stervelingen op de woningwerelden en de hogere morontia-werelden op onderscheidende wijzen worden ontvangen. Ge zoudt gemakkelijk begrijpen dat wezens die vanuit dergelijke hoog ontwikkelde werelden doorgaan, veel eerder gereed zijn om hun opklimming naar het Paradijs te hervatten, dan de gemiddelde sterveling die aankomt van zo’n wanordelijke en achtergebleven wereld als Urantia.

Ongeacht het niveau van planetaire ontwikkeling van waaruit mensen ook opklimmen naar de morontia-werelden, verschaffen de zeven woningwerelden hun ruimschoots de gelegenheid om door ervaring als leraar-studenten alles te leren wat zij niet hebben kunnen meemaken vanwege de gevorderde status van hun geboorteplaneet.

Het universum is onfeilbaar in de toepassing van deze methoden tot egalisatie, die ontworpen zijn om zeker te stellen dat geen enkele opklimmende iets zal worden onthouden wat essentieel is voor zijn opklimmingservaring.

3. DE GOUDEN EEUWEN

Gedurende dit tijdperk van licht en leven gedijt een wereld steeds meer onder het vaderlijke bewind van de Planetaire Soeverein. Inmiddels ontwikkelen de werelden zich, geholpen door de stuwkracht van één taal, één religie, en op normale werelden, één ras. Dit tijdperk echter is niet volmaakt. Deze werelden kennen nog steeds goed uitgeruste hospitalen, tehuizen waar zieken worden verzorgd. De problemen van de zorg voor toevallige verwondingen en de onontkoombare gebreken waarmee het verval der ouderdom en de stoornissen der seniliteit gepaard gaan, duren nog voort. Ziekten zijn nog niet geheel overwonnen, en de dieren der aarde zijn ook nog niet volmaakt getemd, maar zulke werelden zijn als het Paradijs vergeleken met de vroege perioden van de primitieve mens gedurende het tijdperk vóór de Planetaire Vorst. Indien ge plotseling zoudt kunnen worden getransporteerd naar een planeet in dit ontwikkelingsstadium, zoudt ge dit gebied instinctief beschrijven als de hemel op aarde.

In dit hele tijdperk van betrekkelijke vooruitgang en volmaaktheid blijft er een menselijke regering in functie die de materiële zaken regelt. De publieke activiteiten van een wereld in het eerste stadium van licht en leven die ik kortgeleden bezocht, werden gefinancierd door middel van het heffen van tienden. Iedere volwassen werker – en alle gezonde burgers verrichtten een of andere arbeid – stortte tien procent van zijn inkomen of winst in de publieke schatkist, en dit werd als volgt besteed:

1. Drie procent werd uitgegeven aan de bevordering van waarheid – wetenschap,
onderwijs, en filosofie.

2. Drie procent werd besteed aan schoonheid – spel, sociale vrijetijdsbesteding en kunst.

3. Drie procent werd gewijd aan goedheid – sociale dienstverlening, altruïsme en religie.

4. Eén procent was bestemd voor de reserves van de verzekeringen tegen het risico van
arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ongevallen, ziekte, ouderdom of onafwendbare rampen.

De natuurlijke hulpbronnnen van deze planeet werden beheerd als sociale bezittingen – eigendommen van de gemeenschap.

Op deze wereld was de hoogste onderscheiding die een burger kon ontvangen de orde van ‘de allerhoogste dienstverlening,’ en dit was het enige blijk van erkentelijkheid dat in de morontia-tempel werd uitgereikt. Deze erkenning viel ten deel aan hen die zich lange tijd hadden onderscheiden op een bepaald terrein van supermateriële ontdekkingen of planetaire maatschappelijke dienstverlening.

De sociale en bestuurlijke posten werden voor het merendeel door mannen en vrouwen gezamenlijk bekleed. Het meeste onderricht werd ook gezamenlijk gegeven, en alle gerechtelijke vertrouwenszaken werden evenzo door dergelijke geassocieerde paren afgehandeld.

Op deze schitterende werelden duurt de vruchtbaarheidsperiode niet lang. Het is beter als het leeftijdsverschil tussen de kinderen in een gezin niet al te groot is. Wanneer zij in leeftijd dicht op elkaar volgen, kunnen kinderen veel meer bijdragen tot hun onderlinge opvoeding. Op deze werelden worden zij dan ook schitterend opgevoed door middel van verschillende competitieve systemen, waardoor zij hun best doen prestaties te leveren op de geavanceerde terreinen en onderafdelingen daarvan, waar zij zich waarheid, schoonheid en goedheid op uiteenlopende manieren eigen leren maken. Ge behoeft niet bang te zijn dat er zelfs op zulke verheerlijkte werelden niet een overvloed aan kwaad zal zijn, werkelijk en potentieel kwaad, als stimulans voor het kiezen tussen waarheid en dwaling, goed en kwaad, zonde en rechtvaardigheid.

Niettemin kleeft er een zeker onvermijdelijk nadeel aan het sterfelijk bestaan op zulke gevorderde evolutionaire planeten. Wanneer een bestendigde wereld voorbij het derde stadium van licht en leven komt, is het de bestemming van alle opklimmenden om voordat zij de kleine sector bereiken, tijdelijk te worden aangesteld op een planeet die de vroege stadia van evolutie doorloopt.

Elk van deze opeenvolgende tijdperken vertegenwoordigt vorderingen in alle fasen van voltooiing van de planeet. In het eerste tijdperk van licht werd de openbaring van waarheid uitgebreid om het functioneren van het universum van universa te kunnen omvatten, terwijl de Godheidsstudie van het tweede tijdperk een poging is om zich het proteïsche begrip van de natuur, de missie, het dienstbetoon, de deelgenootschappen, de oorsprong en de bestemming van de Schepper-Zonen, het eerste niveau van God de Zevenvoudige, eigen te maken.

Een planeet van de afmeting van Urantia heeft, wanneer zij tamelijk vast bestendigd is, ongeveer honderd sub-administratieve centra. Deze ondergeschikte centra staan onder leiding van een der volgende groepen bevoegde bestuurders:

1. jonge Materiële Zonen en Dochters die vanuit het hoofdkwartier van het stelsel worden overgebracht om op te treden als assistenten van de regerende Adam en Eva;

2. het nageslacht van de semi-sterfelijke staf van de Planetaire Vorst dat op bepaalde werelden is voortgebracht om deze en soortgelijke verantwoordelijkheden te dragen;

3. het rechtstreekse planetaire nageslacht van Adam en Eva;

4. gematerialiseerde en vermenselijkte middenschepselen;

5. stervelingen met de status van Richter-fusie, die op eigen verzoek tijdelijk van translatie worden vrijgesteld op bevel van de Gepersonaliseerde Richter die de leiding heeft in het universum, zodat zij op de planeet bepaalde belangrijke bestuursposten kunnen blijven bekleden;

6. speciaal opgeleide stervelingen van de planetaire bestuursscholen, die ook de onderscheiding van allerhoogste dienstverlening van de morontia-tempel hebben ontvangen;

7. bepaalde kiescommissies van drie burgers die aan de juiste kwalificaties voldoen en soms op aanwijzing van de Planetaire Soeverein door de burgers worden gekozen, wegens hun speciale bekwaamheid om een bepaalde taak te vervullen waaraan in die speciale planetaire sector behoefte is.

De grote handicap waarmee Urantia zich geconfronteerd ziet bij het bereiken van de hoge planetaire bestemming van licht en leven, bestaat uit de problemen van ziekte, degeneratie, oorlog, veelkleurigheid van ras en veeltaligheid.

Geen enkele evolutionaire wereld kan verwachten verder te komen dan het eerste stadium van bestendiging in licht totdat zij één taal, één religie en één filosofie heeft verworven. Als de mensen van één ras zijn, wordt deze prestatie veel eenvoudiger, maar de vele volkeren van Urantia sluiten het bereiken van hogere stadia niet uit.

4. AANPASSINGEN IN HET BESTUUR

In de opeenvolgende tijdperken van hun bestendigde bestaan gaan de bewoonde werelden schitterend vooruit onder het wijze, meevoelende bestuur van het vrijwilligerskorps der Volkomenheid, opklimmenden die het Paradijs hebben bereikt en zijn teruggekomen om hun broeders in het vlees bij te staan. Deze volkomenen zijn actief in samenwerking met de Leraar-Zonen van de Triniteit, maar hun werkelijke participatie in de zaken van de wereld begint pas als de morontia-tempel op aarde verschijnt.

Na de formele inauguratie van de planetaire dienst van het Korps der Volkomenheid trekken de hemelse heerscharen zich voor het merendeel terug. De serafijnse bestemmingsbehoeders zetten echter hun persoonlijk dienstbetoon aan de voortschrijdende stervelingen in licht voort. Gedurende de bestendigde tijdperken arriveren zulke engelen zelfs in steeds grotere getale, aangezien steeds grotere groepen mensen de derde kosmische cirkel van coördinatieve menselijke bekwaamheid bereiken tijdens hun leven op de planeet.

Dit is slechts de eerste der opeenvolgende bestuurlijke aanpassingen die het gevolg zijn van de ontvouwing van de opeenvolgende tijdperken van steeds briljantere prestaties op de bewoonde werelden terwijl zij van het eerste naar het zevende stadium van bestendigd bestaan gaan.

1. Het eerste stadium van licht en leven. Een wereld in dit eerste bestendigde stadium wordt bestuurd door drie regeerders:

a. de Planetaire Soeverein, die weldra geadviseerd zal worden door een raadgevendeLeraar-Zoon van de Triniteit, naar alle waarschijnlijkheid het hoofd van het laatste korpsvan dergelijke Zonen dat op de planeet zal functioneren;

b. het hoofd van het planetaire korps volkomenen;

c. Adam en Eva, die gezamenlijk functioneren teneinde het tweevoudig leiderschapvan de Soevereine Vorst en het hoofd der volkomenen te verenigen.

Als tolken voor de serafijnse behoeders en de volkomenen treden de verheven, bevrijde middenschepselen op. Een van de laatste daden van de Leraar-Zonen der Triniteit op hun afsluitende missie is de bevrijding van de middenschepselen van het gebied en hun bevordering (of herstel) tot gevorderde planetaire status, waarbij zij worden aangesteld op verantwoordelijke posities in het nieuwe bestuur van de bestendigde planeet. Er zijn reeds zulke veranderingen tot stand gebracht in het gezichtsvermogen van de mens, dat stervelingen in staat zijn om deze voorheen onzichtbare neven uit het vroege bewind van Adam te herkennen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de laatste ontdekkingen in de natuurkunde, in verbinding met de uitbreiding van de planetaire functies van de Meester-Fysische Controleurs.

De Stelsel-Soeverein is bevoegd om middenschepselen op ieder moment na het eerste be- stendigde stadium van hun taak te ontheffen, zodat zij kunnen vermenselijken in het morontiale met de hulp van de Levendragers en de fysische controleurs, en wanneer zij Gedachtenrichters hebben ontvangen, kunnen beginnen aan hun opklimming naar het Paradijs.

In het derde stadium en daarna functioneren sommige middenwezens nog steeds, hoofdzakelijk als contactpersoonlijkheden voor de volkomenen, maar bij het aanbreken van ieder nieuw stadium van licht en leven worden de middenschepselen grotendeels vervangen door verbindingsdienaren van nieuwe orden: slechts zeer weinigen blijven langer dan het vierde stadium van licht. Het zevende stadium zal getuige zijn van de komst van de eerste absoniete dienaren van het Paradijs, die in de plaats van bepaalde universum-schepselen hun diensten zullen verlenen.

2. Het tweede stadium van licht en leven. Dit tijdvak wordt op de werelden gemarkeerd door de aankomst van een Levendrager die de planetaire regeerders vrijwillig komt adviseren inzake de verdere inspanningen om het ras der stervelingen te zuiveren en te stabiliseren. Aldus nemen de Levendragers actief deel aan de verdere evolutie – op fysisch, sociaal en economisch gebied – van het ras der mensen. Vervolgens vindt onder hun toezicht ook de verdere zuivering van de geslachten der mensen plaats door drastische eliminatie van de achtergebleven, hardnekkige restanten van inferieur potentieel van intellectuele, filosofische, kosmische een geestelijke aard. Zij die op een bewoonde wereld leven ontwerpen en implanteren, zijn geheel competent als adviseurs van de Materiële Zonen en Dochters die het volle, onbetwiste gezag hebben om het evoluerende ras van alle schadelijke invloeden te zuiveren.

Vanaf het tweede stadium doen de Leraar-Zonen gedurende de hele loopbaan van een bestendigde planeet dienst als raadslieden voor de volkomenen. Tijdens dergelijke missies dienen zij als vrijwilligers en niet in opdracht, en zij doen uitsluitend dienst bij het korps der volkomenen, zij het dat zij, indien de Stelsel-Soeverein hiermee instemt, ook gevraagd kunnen worden om de Planetaire Adam en Eva te adviseren.

3. Het derde stadium van licht en leven. Gedurende dit tijdvak komen de bewoonde werelden tot een nieuwe appreciatie van de Ouden der Dagen, de tweede fase van God de Zevenvoudige, en gaan de vertegenwoordigers van deze regeerders van het superuniversum nieuwe betrekkingen aan met het bestuur van de planeet.

In ieder volgend tijdperk van bestendigd bestaan gaan de volkomenen meer functies bekleden. Er bestaat een nauw werkverband tussen de volkomenen, de Avondsterren (de superengelen) en de Leraar-Zonen van de Triniteit.

In dit of het volgende tijdperk wordt er een Leraar-Zoon, bijgestaan door het kwartet van dienende geesten, toegevoegd aan de gekozen hoofdbestuurder der stervelingen, die nu een deelgenootschap aangaat met de Planetaire Soeverein als medebestuurder van de zaken der wereld. Deze sterfelijke hoofdbestuurders doen vijfentwintig jaar planetaire tijd dienst, en het is deze nieuwe ontwikkeling die het voor de Planetaire Adam en Eva gemakkelijk maakt om in de volgende tijdperken te verzoeken de wereld waar zij zo lang aangesteld zijn geweest, te mogen verlaten.

De kwartetten van dienende geesten bestaan uit het serafijnse hoofd van de wereld, de secorafijnse raadsman uit het superuniversum, de aartsengel van translaties en de omniafijn die werkzaam is als de persoonlijke vertegenwoordiger van de Aangestelde Wachter die op het hoofdkwartier van het stelsel is gestationeerd. Deze adviseurs bieden echter nooit hun raad aan tenzij hierom wordt gevraagd.

4. Het vierde stadium van licht en leven. De Leraar-Zonen van de Triniteit verschijnen nu in nieuwe functies op de werelden. Geassisteerd door de schepsel-getrinitiseerde zonen die reeds lang met hun orde zijn geassocieerd, komen zij nu naar de werelden als vrijwillige raadslieden en adviseurs van de Planetaire Soeverein en zijn deelgenoten. Dergelijke paren – Paradijs-Havona-getrinitiseerde zonen en opgaande getrinitiseerde zonen – vertegenwoordigen verschillende universum-standpunten en uiteenlopende vormen van persoonlijke ervaring, die hoogst nuttig zijn voor de regeerders van de planeten.

Op ieder moment na dit tijdperk kunnen de Planetaire Adam en Eva de Soevereine Schepper-Zoon verzoeken ontheven te worden van hun planetaire taken, zodat zij aan hun opklimming naar het Paradijs kunnen beginnen. Zij kunnen evenwel ook op de planeet blijven als bestuurders van de nu verschijnende orde van steeds geestelijker samenleving, die bestaat uit gevorderde stervelingen die trachten het filosofische onderricht te begrijpen van de volkomenen, dat wordt beschreven door de Schitterende Avondsterren. Deze laatsten worden thans op deze werelden aangesteld om in paren samen te werken met de seconafijnen uit het hoofdkwartier van het superuniversum.

De volkomenen houden zich voornamelijk bezig met het in gang zetten van de nieuwe, bovenmateriële activiteiten der samenleving – activiteiten van sociale, culturele, filosofische, kosmische en geestelijke aard. Voorzover wij kunnen waarnemen, zullen zij met dit dienstbetoon voortgaan tot ver in het zevende tijdvak van evolutionaire stabiliteit, wanneer zij wellicht zullen uitgaan om dienst te doen in de buitenruimte. Wij vermoeden dat hun plaats hierna mogelijkerwijs zal worden ingenomen door absoniete wezens van het Paradijs.

5. Het vijfde stadium van licht en leven. De herordeningen van dit stadium van het bestendigde bestaan hebben bijna uitsluitend te maken met de fysische domeinen en zijn de primaire zorg van de Meester-Fysische Controleurs.

6. Het zesde stadium van licht en leven ziet de ontwikkeling van nieuwe functies van de bewustzijnscircuits van het gebied. Kosmische wijsheid lijkt constitutief te worden in het universum-dienstbetoon van bewustzijn.

7. Het zevende stadium van licht en leven. Reeds vroeg in het zevende tijdvak voegt zich een vrijwillige, door de Ouden der Dagen gezonden adviseur bij de Triniteitsleraar die raads- man is van de Planetaire Soeverein, en nog later worden deze twee aangevuld met een derde raadsman, afkomstig van de Allerhoogste Uitvoerend Bestuurder van het superuniver sum.

Gedurende dit tijdvak, zo niet eerder, worden Adam en Eva altijd van hun planetaire taken ontheven. Indien er een Materiële Zoon deel uitmaakt van het korps der volkomenen, dan kan deze de medewerker worden van de hoofdbestuurder der stervelingen, en soms is het een Melchizedek die zich aanbiedt om in deze kwaliteit te functioneren. Indien er een middenwezen onder de volkomenen is, worden alle leden van die orde die op de planeet zijn achtergebleven, onmiddellijk ontheven van hun taken.

Wanneer zij worden ontslagen uit hun eeuwenlange aanstelling kunnen een Planetaire Adam en Eva een loopbaan kiezen uit de volgende mogelijkheden:

1. Zij kunnen om planetair ontslag verzoeken en vanuit het hoofdkwartier van het universum onmiddellijk beginnen aan de Paradijs-loopbaan, waarbij zij Gedachtenrichters ontvangen bij de afsluiting van hun morontia-ervaring.

2. Zeer dikwijls zullen een Planetaire Adam en Eva, terwijl zij nog dienst doen op een planeet die bestendigd is in licht, Richters ontvangen op het moment dat er Richters worden verleend aan sommige van hun geïmporteerde kinderen die in zuivere lijn van hen afstammen en die vrijwillig voor een bepaalde termijn dienstdoen op de planeet. Vervolgens kunnen zij allen naar het hoofdkwartier van het universum gaan en daar hun Paradijs-loopbaan aanvangen.

3. Een Planetaire Adam en Eva kunnen er de voorkeur aan geven om – net als de Materiële Zonen en Dochters uit de hoofdwereld van het stelsel – rechtstreeks naar de midsoniete wereld te gaan voor een kort verblijf aldaar, teneinde daar hun Richters te ontvangen.

4. Zij kunnen besluiten terug te gaan naar het hoofdkwartier van het stelsel om daar voor een bepaalde tijd zitting te nemen in het hoogste gerechtshof; na deze periode van dienstverlening zullen zij Richters ontvangen en beginnen aan de opklimming naar het Paradijs.

5. Zij kunnen verkiezen om na hun bestuurlijke taken terug te keren naar hun geboortewereld, teneinde daar een tijdlang dienst te doen als leraren en de inwoning van Richters te ontvangen op het moment dat zij worden overgebracht naar het hoofdkwartier van het universum.

Gedurende al deze tijdvakken oefenen de geïmporteerde assisterende Materiële Zonen en Dochters een enorme invloed uit op de vooruitgang van de sociale en de economische orde. Zij zijn potentieel onsterfelijk, althans tot het moment dat zij verkiezen te vermenselijken, Richters te ontvangen en op weg te gaan naar het Paradijs.

Op de evolutionaire werelden moet een wezen vermenselijken om een Gedachtenrichter te kunnen ontvangen. Alle opklimmende leden van het Sterfelijke Korps der Volkomenen zijn door Richters ingewoond geweest en zijn met hun Richters gefuseerd, behalve serafijnen; dezen genieten Vader-inwoning door een ander type geest op het moment dat zij in dit korps worden opgenomen.

5. HET HOOGTEPUNT DER MATERIËLE ONTWIKKELING

Sterfelijke schepselen die leven op een door zonde geteisterde, door kwaad beheerste, egoïstische, geïsoleerde wereld als Urantia, kunnen zich nauwelijks een voorstelling maken van de fysische volmaaktheid, het intellectuele peil en de geestelijke ontwikkeling die de kenmerken zijn van deze geavanceerde tijdvakken van evolutie op een zondeloze wereld.

De gevorderde stadia van een wereld die is bestendigd in licht en leven vormen het hoogtepunt der evolutionaire materiële ontwikkeling. Op deze gecultiveerde werelden hebben de ledigheid en wrijving van de vroege primitieve tijdperken het toneel verlaten. Armoede en sociale ongelijkheid zijn bijna verdwenen, degeneratie bestaat niet meer en misdadigheid komt nog maar zelden voor. Krankzinnigheid wordt praktisch niet meer aangetroffen en zwakzinnigheid is nu een zeldzaamheid geworden.

De economische, sociale en bestuurlijke status van deze werelden is van een hoge, vervolmaakte orde. Wetenschap, kunst en industrie floreren, en de maatschappij is een soepel lopend mechanisme van hoog materieel, intellectueel en cultureel niveau. De industrie heeft nu een andere bestemming gekregen en staat in dienst van de hogere doelstellingen van zulk een luisterrijke civilisatie. Het economische leven op zulk een wereld is ethisch geworden.

Oorlog behoort thans tot het verleden, en er bestaan geen legers of politiemachten meer. Regeringen zijn langzaam aan het verdwijnen. Zelfbeheersing maakt door mensen aangenomen wetten langzaam overbodig. In een middenfase van vorderende civilisatie is de mate van burgerlijk bestuur en statutaire regulering omgekeerd evenredig aan de moraal en geestelijkheid van de burgers.

De scholen gaan enorm vooruit en wijden zich aan de oefening van het bewustzijn en de groei van de ziel. De kunstcentra zijn schitterend en het muziekleven luisterrijk. De tempels voor godsverering en de scholen voor filosofie en experiëntiële religie die eraan zijn verbonden, zijn schone en grootse scheppingen. De amfitheaters waar men in de open lucht samenkomt voor godsverering, zijn even subliem in de eenvoud van hun kunstzinnige decoratie.

De voorzieningen voor westrijden, humor en andere fasen van persoonlijke en groepsprestaties zijn ruim en passend. Een speciaal kenmerk van de competitieve activiteiten op zulk een hoog gecultiveerde wereld bestaat uit de inspanningen van individuen en groepen om uit te blinken in de wetenschappen en filosofieën van de kosmologie. Literatuur en redenaarskunst maken een bloeitijd door en de taal gaat zo vooruit, dat zij zowel denkbeelden gaat symboliseren als ideeën tot uitdrukking brengt. Het leven is verfrissend eenvoudig; de mens heeft ten slotte een hoge staat van mechanische ontwikkeling gecoördineerd met een inspirerend intellectueel niveau, en heeft beide overschaduwd door geestelijke prestaties van een voortreffelijk niveau. Het najagen van geluk is een ervaring van vreugde en voldoening.

6. DE INDIVIDUELE STERVELING

Naarmate werelden verder komen in de bestendigde status van licht en leven, wordt de samenleving steeds vreedzamer. Ofschoon niet minder afhankelijk van en toegewijd aan zijn familie, is het individu altruïstischer en broederlijker geworden.

Op Urantia, en zoals ge nu zijt, kunt ge maar weinig besef hebben van de gevorderde status en progressieve natuur van de verlichte rassen op deze vervolmaakte werelden. Deze mensen zijn de bloem der evolutionaire rassen. Zulke wezens zijn echter nog steeds sterfelijk; zij blijven ademen, eten, slapen en drinken. Deze grootse evolutie is niet de hemel, maar wel een verheven voorafschaduwing van de goddelijke werelden van de opklimming naar het Paradijs.

Op een normale wereld is de biologische fitheid van het ras der stervelingen tijdens de tijdvakken na Adam reeds lang op een hoog niveau gebracht, en nu zet zich de fysische evolutie van de mens gedurende alle bestendigde era’s voort. Zowel het gezicht als het gehoor worden uitgebreid. Inmiddels is het bevolkingsaantal stationair geworden. De voortplanting wordt geregeld naar de behoeften van de planeet en naar aangeboren erfelijke gaven: de stervelingen op een planeet in dit tijdperk zijn onderverdeeld in vijf tot tien groeperingen, en de lagere groepen mogen slechts de helft van het kindertal van de hogere groepen voortbrengen. De voortgaande verbetering van een dergelijk prachtig ras, door de gehele era van licht en leven heen, is grotendeels een zaak van de selektieve reproductie van de raciale elementen welke superieure kwaliteiten vertonen van sociale, filosofische, kosmische en geestelijke aard.

De Richters blijven komen zoals in vroegere evolutionaire era’s en naarmate de eeuwen verstrijken, kunnen deze stervelingen steeds beter communiceren met het inwonende Vader-fragment. De assistent-bewustzijnsgeesten zijn nog steeds werkzaam tijdens de embryonale fase en de voor-geestelijke stadia van ontwikkeling. De Heilige Geest en het dienstbetoon van engelen zijn zelfs nog effectiever naargelang de opeenvolgende tijdvakken van het bestendigde leven worden doorlopen. In het vierde stadium van licht en leven lijken de gevorderde stervelingen een aanzienlijke mate van bewust contact te ervaren met de geest-tegenwoordigheid van de Meester-Geest onder wiens superuniversum-jurisdictie zij vallen, terwijl de filosofie van zulk een wereld zich concentreert op de poging om de nieuwe openbaringen van God de Allerhoogste te verstaan. Meer dan de helft van de menselijke bewoners van planeten van deze gevorderde status ervaren translatie naar de morontia-toestand vanuit het midden der de levenden. Ja zeker, ‘de oude dingen gaan voorbij; ziet, alle dingen worden nieuw.’

Wij zijn van mening dat de fysische evolutie haar volle ontwikkeling zal hebben bereikt tegen het einde van het vijfde stadium van de era van licht en leven. Wij merken op dat de bovengrenzen van geestelijke ontwikkeling die met het evoluerende menselijke bewustzijn is geassocieerd, worden bepaald door het niveau van vereende morontia-waarden en kosmische betekenissen waar fusie met de Richter plaatsvindt. Maar wat wijsheid betreft, nemen wij aan, ofschoon we het niet werkelijk weten, dat er nooit een limiet kan zijn aan de intellectuele evolutie en het verwerven van wijsheid. Op een wereld in het zevende stadium kan wijsheid het materiële potentieel uitputten, het gebied van het mota-inzicht ingaan, en uiteindelijk zelfs absoniete grootsheid smaken.

Wij nemen waar dat mensen op deze hoog ontwikkelde werelden die reeds lang het zevende stadium hebben bereikt, de taal van het plaatselijk universum geheel leren beheersen voordat de translatie plaatsvindt; ik heb een aantal zeer oude planeten bezocht waar abandonters de oudere stervelingen onderrichten in de taal van het superuniversum. Op deze werelden heb ik bovendien de methode gezien waardoor de absoniete persoonlijkheden de tegenwoordigheid van de volkomenen in de morontia-tempel onthullen.

Dit is het verhaal van het schitterende doel van het strevende mensdom op de evolutionaire werelden. Dit alles vindt zelfs plaats voordat mensen aan hun morontia-loopbaan beginnen: deze prachtige ontwikkeling ligt geheel binnen het bereik van materiële stervelingen op de bewoonde werelden, het allereerste stadium van die eindeloze, onbegrijpelijke loopbaan van opklimming naar het Paradijs en het bereiken van goddelijkheid.

Maar kunt ge u ook maar enigszins voorstellen welke soort evolutionaire stervelingen thans opklimt van werelden die reeds lang verkeren in het zevende tijdvak van bestendigd licht en leven? Zulke stervelingen gaan door naar de morontia-werelden van het hoofdkwartier van het plaatselijk universum, teneinde daar hun loopbaan van opklimming aan te vangen.

Indien de stervelingen van het verontruste Urantia slechts één van deze meer gevorderde werelden konden zien die reeds lang in licht en leven zijn bestendigd, zouden zij de wijsheid van het evolutionaire scheppingsplan nooit meer in twijfel trekken. Ook indien er geen toekomst van eeuwige voortgang van schepselen zou zijn, zouden de luisterrijke evolutionaire bekwaamheden van de sterfelijke rassen op zulke bestendigde werelden die het vervolmaakte niveau hebben bereikt, de schepping van de mens op de werelden in tijd en ruimte nog ruimschoots rechtvaardigen.

Wij vragen ons vaak af of, indien het groot universum in licht en leven bestendigd zal zijn, de opgaande, verfijnde stervelingen nog steeds bestemd zullen zijn voor de Korpsen der Volkomenheid. Wij weten dit echter niet.

7. HET EERSTE OF PLANETAIRE STADIUM

Dit tijdvak begint met de verschijning van de morontia-tempel in het nieuwe planetaire hoofdkwartier en duurt tot het gehele stelsel in licht en leven is bestendigd. Dit tijdperk wordt door de Leraar-Zonen van de Triniteit ingeluid aan het einde van hun opeenvolgende wereldmissies, wanneer de Planetaire Vorst, in opdracht en in de persoonlijke tegenwoordigheid van de geschonken Paradijs-Zoon van die wereld, wordt verheven tot de status van Planetair Soeverein. Samenvallend hiermede beginnen de volkomenen actief deel te nemen aan de zaken van de planeet.

Naar het zichtbare uiterlijk te oordelen zijn de Materiële Zoon en Dochter, de Planetaire Adam en Eva, de feitelijke regeerders of bestuurders van zo’n wereld die in licht en leven is bestendigd. De voleindigden zijn onzichtbaar, evenals de Soevereine Vorst, behalve als hij in de morontia-tempel is. De feitelijke, daadwerkelijke hoofden van het bewind over de planeet zijn daarom de Materiële Zoon en Dochter. De kennis van deze regelingen heeft overal in de gebieden van het universum prestige verleend aan het idee van koningen en koninginnen. En koningen en koninginnen zijn een groot succes onder deze ideale omstandigheden, wanneer een wereld zulke hoge persoonlijkheden kan opdragen om namens nog hogere, maar onzichtbare regeerders op te treden.

Wanneer er zulk een tijdvak op uw wereld is bereikt, zal Machiventa Melchizedek, thans plaatsvervangend Planetair Vorst van Urantia, ongetwijfeld plaatsnemen in de zetel van de Planetaire Soeverein. Op Jerusem wordt reeds lang verondersteld dat hij vergezeld zal worden door een zoon en dochter van de Adam en Eva van Urantia, die nu nog op Edentia worden vastgehouden als pupillen van de Meest Verhevenen van Norlatiadek. Deze kinderen van Adam zouden op deze manier op Urantia dienst kunnen doen in samenwerking met de Melchizedek-Soeverein, aangezien hun bijna 37.000 jaar geleden, toen zij op Urantia afstand deden van hun materiële lichaam ter voorbereiding op hun transport naar Edentia, het vermogen tot voortplanting werd ontnomen.

Dit bestendigde tijdperk duurt steeds voort, totdat iedere bewoonde planeet in het stelsel de era van stabilisatie heeft bereikt. En dan, als de jongste wereld – de laatste die licht en leven bereikt – deze bestendigde staat in stelsel-jaren een millennium lang heeft ervaren, treedt voor het gehele stelsel de gestabiliseerde status in, en worden de individuele werelden het stelsel-tijdperk van de era van licht en leven binnengeleid.

8. HET TWEEDE OF STELSEL-STADIUM

Wanneer een heel stelsel bestendigd wordt in leven, wordt er een nieuwe regeringsorde ingesteld. De Planetaire Soevereinen worden lid van het stelsel-conclaaf en dit nieuwe be-stuurslichaam dat onderworpen is aan het veto van de Constellatie-Vaders, vormt het allerhoogste gezag. Zulk een stelsel van bewoonde werelden wordt nagenoeg autonoom. De wetgevende vergadering van het stelsel wordt op de hoofdkwartierwereld gevestigd, en iedere planeet stuurt hier haar eigen tien vertegenwoordigers naar toe. Rechtbanken worden nu op de hoofdwerelden van het stelsel gevestigd, en alleen beroepszaken worden verwezen naar het hoofdkwartier van het universum.

Bij de bestendiging van het stelsel wordt de Aangestelde Wachter, de vertegenwoordiger van de Allerhoogste Bestuurder van het superuniversum, de vrijwillige adviseur van het hoogste gerechtshof van het stelsel en feitelijke voorzitter van de nieuwe wetgevende vergadering.

Wanneer een heel stelsel in licht en leven is bestendigd, zullen de Stelsel-Soevereinen niet langer komen en gaan. Nu blijft een stelsel-soeverein permanent aan het hoofd van zijn stelsel. De assistent-soevereinen blijven elkaar afwisselen, zoals in eerdere tijdperken.

Gedurende dit tijdvak van stabilisatie komen er voor het eerst middenzoon-schepselen van de hoofdkwartierwerelden van het universum waar zij verblijfhouden, om op te treden als raadslieden van de raadgevende vergaderingen en adviseurs van de scheidsrechterlijke rechtbanken. Deze middenzoon-schepselen houden zich ook bezig met bepaalde pogingen om nieuwe mota-betekenissen van allerhoogste waarde in te prenten in de onderwijs-ondernemingen waarvoor zij samen met de volkomenen verantwoordelijkheid dragen. Wat de Materiële Zonen biologisch gedaan hebben voor de rassen der stervelingen, doen de midsoniete schepselen nu voor deze verenigde en verheerlijkte mensen op de gebieden van steeds vorderende filosofie en vergeestelijkt denken.

Op de bewoonde werelden worden de Leraar-Zonen vrijwillige medewerkers van de volkomenen en deze zelfde Leraar-Zonen vergezellen de volkomenen ook naar de woningwerelden, wanneer die werelden niet meer als onderscheidende ontvangstwerelden gebruikt zullen worden bij de bestendiging van een heel stelsel in licht en leven: dit is althans het geval tegen de tijd dat de hele constellatie aldus is geëvolueerd. Maar in Nebadon zijn er geen groepen die reeds zover zijn gevorderd.

Wij hebben geen toestemming u te onthullen wat de aard van het werk der volkomenen zal zijn die toezicht zullen houden op dergelijke woningwerelden die een nieuwe bestemming hebben gekregen. Wij hebben u echter reeds meegedeeld dat er overal in de universa verschillende typen intelligente schepselen voorkomen, die in deze verhandelingen niet zijn beschreven.

Nu de stelsels een voor een bestendigd worden in licht, ingevolge de vooruitgang van hun samenstellende werelden, komt de tijd dat het laatste stelsel in een gegeven constellatie stabilisatie bereikt, en dat de bestuurders van het universum – de Meester Zoon, de Eenheid der Dagen, en de Blinkende Morgenster – op de hoofdwereld van de constellatie arriveren om de Meest Verhevenen uit te roepen tot onbeperkte regeerders van de zojuist vervolmaakte familie van honderd bestendigde stelsels van bewoonde werelden.

9. HET DERDE OF CONSTELLATIE-STADIUM

De vereniging van een hele constellatie van bestendigde stelsels gaat vergezeld van nieuwe indelingen van het uitvoerend gezag en nieuwe aanpassingen in het bestuur van het universum. Dit tijdvak is getuige van gevorderde prestaties op iedere bewoonde wereld, maar wordt in het bijzonder gekenmerkt door aanpassingen op het hoofdkwartier van de constellatie, waaronder een aanmerkelijke modificatie in de verhoudingen met zowel de supervisoren van de stelsels als de regering van het plaatselijk universum. In dit tijdperk worden vele activiteiten van de constellatie en het universum overgebracht naar de hoofdwerelden van de stelsels, en gaan de vertegenwoordigers van het superuniversum nieuwe, nauwere betrekkingen aan met de regeerders van de planeten, de stelsels en het universum. Deze nieuwe vormen van samenwerking gaan gepaard met de vestiging van bepaalde bestuurders van het superuniversum op de hoofdwerelden van de constellatie als vrijwillige adviseurs van de Meest Verheven Vaders.

Wanneer een constellatie aldus is bestendigd in licht houdt de wetgevende functie op, en functioneert in plaats hiervan het huis van Stelsel-Soevereinen, voorgezeten door de Meest Verhevenen. Nu onderhandelen dergelijke bestuurlijke groepen voor het eerst rechtstreeks met de regering van het superuniversum over zaken die te maken hebben met Havona-en Paradijs-betrekkingen. Voor het overige blijft de constellatie als tevoren verbonden met het plaatselijk universum. Van het ene stadium van het bestendigde leven tot het volgende blijven de univitatia de morontia-werelden van de constellatie besturen.

Naarmate de eeuwen verstrijken, nemen de Constellatie-Vaders steeds meer de gespecialiseerde bestuurlijke of toezichthoudende functies op zich die tevoren waren gecentraliseerd op het hoofdkwartier van het universum. Tegen de tijd dat het zesde stadium van stabilisatie wordt bereikt, zullen deze verenigde constellaties de positie van bijna volledige autonomie hebben bereikt. Bij de intrede van het zevende stadium van bestendigdheid zullen deze regeerders ongetwijfeld worden verheven tot de ware waardigheid die door hun titel, de Meest Verhevenen, wordt aangegeven. In praktisch alle opzichten zullen de constellaties dan rechtstreeks te maken hebben met de regeerders van het superuniversum, terwijl de regering van het plaatselijk universum zal worden uitgebreid om de verantwoordelijkheden van nieuwe verplichtingen ten opzichte van het groot universum op zich te kunnen nemen.

10. HET VIERDE OF PLAATSELIJK UNIVERSUM-STADIUM

Wanneer een universum bestendigd wordt in licht en leven, wentelt het al spoedig mee in de vaste circuits van het superuniversum, en proclameren de Ouden der Dagen de instelling van de allerhoogste raad met onbeperkt gezag. Dit nieuwe bestuurslichaam bestaat uit de honderd Getrouwen der Dagen onder voorzitterschap van de Eenheid der Dagen, en de eerste handeling van deze allerhoogste raad is de erkenning van de voortdurende soevereiniteit van de Meester-Schepper-Zoon.

Het bestuur van het universum, voorzover het Gabriël en de Vader-Melchizedek aangaat, blijft in alle opzichten onveranderd. Deze raad met onbeperkt gezag houdt zich hoofdzakelijk bezig met de nieuwe problemen en nieuwe omstandigheden die voortvloeien uit de gevorderde status van licht en leven.

De Medewerkende Inspecteur mobiliseert nu alle Aangestelde Wachters en voegt hen samen tot het stabilisatie-korps van het plaatselijk universum. Hij vraagt de Vader-Melchizedek om samen met hem toezicht te houden op dit korps. En nu wordt voor de eerste maal een korps Geïnspireerde Triniteitsgeesten toegevoegd aan de dienst van de Eenheid der Dagen.

De bestendiging van een heel plaatselijk universum in licht en leven luidt diepgaande aanpassingen in het gehele bestuurssysteem in, van de individuele bewoonde werelden tot en met het hoofdkwartier van het universum. Nieuwe betrekkingen worden aangegaan met de constellaties en stelsels. De Moeder-Geest van het plaatselijk universum ervaart nieuwe verbindingsrelaties met de Meester-Geest van het superuniversum, en Gabriël stelt rechtstreeks contact in met de Ouden der Dagen, dat effectief wordt wanneer en zolang de Meester-Zoon afwezig zou zijn van de hoofdkwartierwereld.

In dit en de volgende tijdperken blijven de Magistraat-Zonen werkzaam als berechters van dispensaties, terwijl honderd van deze Avonal-Zonen van het Paradijs de nieuwe hoge raad vormen van de Blinkende Morgenster op de hoofdwereld van het universum. Later zal een van deze Magistraat-Zonen, op verzoek van de Stelsel-Soevereinen, de allerhoogste raadsman worden die op de hoofdkwartierwereld van elk plaatselijk stelsel gestationeerd blijft, totdat het zevende stadium van eenheid wordt bereikt.

Gedurende dit tijdperk adviseren de Leraar-Zonen van de Triniteit niet alleen vrijwillig de Planetaire Soevereinen, maar zij verlenen op overeenkomstige wijze ook, in drietallen, hun diensten aan de Constellatie-Vaders. En tenslotte vinden deze Zonen hun eigen plaats in het plaatselijke universum, want nu vallen zij niet meer onder de jurisdictie van de plaatselijke schepping en worden zij aangesteld bij de dienst van de allerhoogste raad van onbeperkt gezag.

Voor het eerst erkent het volkomenenkorps thans de rechtsbevoegdheid van een autoriteit buiten het Paradijs, de allerhoogste raad. Tot dan toe hebben de volkomenen aan deze zijde van het Paradijs geen supervisie erkend.

De Schepper-Zonen van zulke bestendigde universa brengen veel van hun tijd door op het Paradijs en de werelden die met het Paradijs zijn verbonden, en besteden veel tijd aan het adviseren van de talrijke groepen volkomenen die overal in de plaatselijke schepping dienst doen. Op deze manier zal de mens van Michael een vollediger broederschap van omgang met de verheerlijkte volkomen stervelingen kennen.

Speculaties aangaande de functie van deze Schepper-Zonen in verband met de universa in de buitenruimte waarvan het voorbereidende vormingsproces nu aan de gang is, zijn geheel nutteloos. Toch houden wij ons allen van tijd tot tijd bezig met zulke vooronderstellingen. Wanneer dit vierde ontwikkelingsstadium wordt bereikt, wordt de Schepper-Zoon vrijgesteld van bestuurlijke taken; de Goddelijke Hulp en Bijstand doet haar dienstbetoon steeds meer samengaan met dat van de Meester-Geest van het superuniversum en dat van de Oneindige Geest. Er lijkt zich een nieuwe, sublieme verhouding te ontwikkelen tussen de Schepper-Zoon, de Scheppende Geest, de Avondsterren, de Leraar-Zonen, en het steeds groeiende korps volkomenen.

Mocht Michael ooit Nebadon verlaten, dan zou Gabriël ongetwijfeld hoofdbestuurder worden, met de Vader Melchizedek als zijn medewerker. Tegelijkertijd zou aan alle orden van permanente burgers, zoals de Materiële Zonen, univitatia, midsoniete wezens, susatia, en met de Geest gefuseerde stervelingen, nieuwe status verleend worden. Maar zolang de evolutie doorgaat, zullen de serafijnen en de aartsengelen nodig blijven bij het bestuur van het universum.

Wij zijn echter wel zeker van de volgende twee aspecten van onze speculaties: indien de Schepper-Zonen bestemd zijn voor de universa in de buitenruimte, dan zal hun Goddelijke Hulp en Bijstand hen ongetwijfeld vergezellen. Wij zijn er even zeker van dat de Melchizedeks bij de universa van hun oorsprong zullen blijven. Wij zijn van mening dat de Melchizedeks bestemd zijn om een steeds verantwoordelijker rol te spelen in de regering en het bestuur van een plaatselijk universum.

11. DE STADIA VAN DE KLEINE SECTOR EN DE GROTE SECTOR

De kleine en grote sectoren van het superuniversum spelen geen rechtstreekse rol in het plan van de bestendiging in licht en leven. Deze evolutionaire progressie is in de eerste plaats eigen aan het plaatselijk universum als eenheid, en betreft alleen de samenstellende delen van een plaatselijk universum. Een superuniversum is bestendigd in licht en leven wanneer alle plaatselijke universa waaruit het bestaat op deze wijze vervolmaakt zijn. Maar geen van de zeven superuniversa heeft een niveau van progressie bereikt dat dit zelfs ook maar benadert.

 Het tijdperk van de kleine sector. In zoverre als waarnemingen ertoe kunnen doordringen, heeft het vijfde of kleine sector-stadium van stabilisatie uitsluitend te maken met de fysische status en de coördinatieve bestendiging van de honderd onderling geassocieerde plaatselijke universa in de vaste circuits van het superuniversum. Klaarblijkelijk hebben alleen de kracht-centra en hun medewerkers met deze hergroeperingen van de materiële schepping te maken.

 Het tijdperk van de grote sector. Ten aanzien van het zesde stadium, ofwel de stabilisatie van de grote sector, kunnen wij slechts gissingen maken, want nog niemand van ons heeft ooit zo’n gebeurtenis meegemaakt. Niettemin kunnen wij wel veel postuleren ten aanzien van de bestuurlijke en andere aanpassingen die zulk een gevorderde status van bewoonde werelden en hun universumgroeperingen waarschijnlijk met zich mee zouden brengen. Aangezien de kleine sector-status te maken heeft met coördinatief fysisch evenwicht, concluderen wij dat de vereniging van de grote sector te maken zal hebben met het bereiken van bepaalde nieuwe intellectuele niveaus, wellicht zekere gevorderde prestaties in de allerhoogste realisatie van kosmische wijsheid.

Wij kunnen conclusies trekken inzake de aanpassingen die de realisatie van tot nu toe nog niet bereikte niveaus van evolutionaire vooruitgang waarschijnlijk zouden vergezellen, door de gevolgen te observeren van dergelijke prestaties op de individuele werelden en in de ervaring van individuele stervelingen die op deze oudere, hoog ontwikkelde werelden leven.

Het moge duidelijk zijn dat de bestuurlijke mechanismen en regeringsmethoden van een universum of een superuniversum op geen enkele wijze een beperking of vertraging kunnen inhouden van de evolutionaire ontwikkeling of geestelijke vooruitgang van een individuele bewoonde planeet of van enige individuele sterveling op zulk een wereld.

In sommige oudere universa treffen wij werelden aan die bestendigd zijn in het vijfde en zesde stadium van licht en leven – zelfs reeds ver in het zevende tijdvak – terwijl hun plaatselijke stelsels nog niet in licht zijn bestendigd. Jongere planeten kunnen de eenwording van een stelsel wel vertragen, maar dit betekent niet de minste belemmering voor de vooruitgang van een oudere, gevorderde wereld. Evenmin kunnen, zelfs op een geïsoleerde wereld, beperkingen in en door de omgeving verhinderen dat de individuele sterveling tot persoonlijke prestaties komt; Jezus van Nazaret, als mens onder de mensen, bereikte meer dan negentienhonderd jaar geleden persoonlijk de status van licht en leven op Urantia.

Juist door het observeren van hetgeen plaatsvindt op reeds lang bestendigde werelden komen wij tot redelijk betrouwbare conclusies ten aanzien van wat er zal gebeuren wanneer een heel superuniversum in licht is bestendigd, zelfs als we niet met zekerheid de gebeurtenis van de stabilisatie der zeven superuniversa kunnen postuleren.

12. HET ZEVENDE OF SUPERUNIVERSUM-STADIUM

Wij kunnen niet met zekerheid voorspellen wat er zou plaatsvinden wanneer een super- universum in licht bestendigd zou worden, omdat een dergelijke gebeurtenis nog nooit een feit is geworden. Uit het onderricht van de Melchizedeks, dat nog nooit is weerlegd, leiden wij af dat er veelomvattende veranderingen zouden plaatsvinden in de gehele organisatie en het gehele bestuur van iedere eenheid in de scheppingen in tijd en ruimte, van de bewoonde werelden tot en met het hoofdkwartier van het superuniversum.

Over het algemeen geloven wij dat het de bedoeling is dat er grote aantallen van de overigens niet-gebonden schepsel-getrinitiseerde zonen verzameld worden op de hoofdkwartieren en de hoofdwerelden van de onderafdelingen van de bestendigde superuniversa. Dit gebeurt misschien in afwachting van de aankomst, te eniger tijd, van wezens uit de buiten-ruimte, die onderweg zijn naar binnen, naar Havona en het Paradijs, maar werkelijk weten doen wij dit niet.

Wij geloven dat indien en wanneer een superuniversum in licht en leven bestendigd zou zijn, de thans raadgevende Ongekwalificeerde Supervisoren van de Allerhoogste het hoge bestuurslichaam zouden vormen op de hoofdkwartierwereld van het superuniversum. Dit zijn de persoonlijkheden die in staat zijn om in rechtstreeks contact te treden met de absoniete bestuurders die onmiddellijk actief zullen zijn in het bestendigde superuniversum. Ofschoon deze Ongekwalificeerde Supervisoren reeds lang gefunctioneerd hebben als adviseurs en raadslieden in gevorderde evolutionaire scheppingseenheden, nemen zij pas bestuurlijke verantwoordelijkheden op zich wanneer het gezag van de Allerhoogste soeverein wordt.

De Ongekwalificeerde Supervisoren van de Allerhoogste die op meer uitgebreide schaal gedurende dit tijdvak functioneren, zijn niet eindig, absoniet, uiteindelijk of oneindig: zij zijn allerhoogste macht en vertegenwoordigen alleen God de Allerhoogste. Zij zijn de verpersoonlijking van tijd-ruimte allerhoogste macht en functioneren daarom niet in Havona. Zij functioneren alleen als allerhoogste verenigers. Zij zijn wellicht betrokken bij de techniek der universumreflectiviteit, maar dit weten wij niet zeker.

Geen van ons kan zich een bevredigende voorstelling maken van wat er zal gebeuren wanneer het groot universum (de zeven superuniversa in hun afhankelijkheid van Havona) geheel bestendigd wordt in licht en leven. Wanneer dit plaatsvindt, zal het in de annalen der eeuwigheid ongetwijfeld de meest ingrijpende gebeurtenis zijn sinds het verschijnen van het centrale universum. Sommigen zijn van mening dat de Allerhoogste zelve tevoorschijn zal treden uit het Havona-mysterie dat zijn geest-persoon omhult, en op het hoofdkwartier van het zevende superuniversum zal gaan resideren als almachtig, experiëntieel soeverein van de vervolmaakte scheppingen in tijd en ruimte. Maar wij weten het werkelijk niet.

[Aangeboden door een Machtige Boodschapper, tijdelijk toegevoegd aan de Raad van Aartsengelen op Urantia.]


Vorige | Volgende | Inhoud

© 1997 Urantia Foundation. Alle rechten voorbehouden.

Scroll to Top